• Archief BDUmedia

Elburg mocht optreden tegen uitbreiding paardenbak

ELBURG Door de gemeente Elburg zijn terecht dwangsommen opgelegd aan de eigenaar van een paardenbak. Dat heeft de Raad van State beslist in het bezwaar dat door de eigenaar was aangetekend.

Wijnand Kooijmans

Door het college van burgemeester en wethouders was de eigenaar gelast binnen zes weken de uitbreiding van de paardenbak, inclusief de omheining, te verwijderen. Ook moest de grond in de oorspronkelijke staat worden teruggebracht, de longeerbak worden verwijderd en ook de zes lichtmasten rondom de paardenbak. Om de eisen kracht bij te zetten werd de eigenaar een dwangsom opgelegd.

Het gaat om de uitbreiding van de paardenbak tot 1.200 vierkante meter en de longeerbak van ongeveer 190 vierkante meter. Volgens het college is dit in strijd met het bestemmingsplan omdat maximaal 800 meter aan paardenbak is toegestaan. Ook de lichtmasten, met een hoogte van zes meter, zijn geplaatst zonder de benodigde vergunning.

De eigenaar gebruikt de paardenbak hobbymatig voor wedstrijdtrainingen. Tegen de dwangsom ging hij in beroep bij de rechtbank. De rechter oordeelde dat het college terecht heeft gehandeld waarop de Elburger naar het hoogste Nederlandse rechtscollege stapte,

Volgens de Raad van State voert de eigenaar van de paardenbak ten onrechte aan dat er zich bijzondere omstandigheden hebben voorgedaan op grond waarvan de gemeente van handhavend optreden moesten afzien. Hij wees hierbij op een brief uit 2004 waaruit, volgens hem blijkt dat hij er op mocht vertrouwen dat de uitbreiding van de paardenbak ongelimiteerd was toegestaan.

De Raad van State is echter van mening dat uit de brief op geen enkele wijze blijkt dat het college concrete en ondubbelzinnige toezeggingen heeft gedaan dat de paardenbak tot 1.200 vierkante meter mocht worden uitgebreid. Ook wordt de mening gedeeld dat geen zicht bestaat op legalisering. Ook vindt het hoogste rechtscollege dat de eigenaar ten onrechte heeft aangevoerd dat het college in strijd met het gelijkheidsbeginsel heeft gehandeld.

De man had aangevoerd dat de gemeente in vergelijkbare gevallen niet is opgetreden. De Raad vindt dat de gemeente voldoende heeft aangetoond dat hiervan geen sprake is. Ook wordt genoegen genomen met de uitspraak van het college dat de gemeente, door gebrek aan capaciteit niet is toegekomen aan het inventariseren van alle zonder vergunning gebouwde paardenbakken en lichtmasten. De Raad vindt het aannemelijk dat dit in de toekomst alsnog plaats vindt.